Steeds meer archieven van Regionaal Archief Tilburg worden gedigitaliseerd en vanaf vandaag, 13 mei 2014, is er een nieuwe bron digitaal beschikbaar. Na de registers van de Burgerlijke stand, doop-, trouw- en begraafboeken, bevolkingsregisters, notariële archieven, rechterlijke archieven en gemeentebesturen kun je nu ook een dorpsbestuur als bron digitaal inzien.
Het gaat om het dorpsbestuur van Udenhout, dat al langere tijd op de planning stond om digitaal beschikbaar te maken. Eind 2013 is dit archief bij Picturae in Heiloo gedigitaliseerd. Vanaf heden is het dorpsbestuur van Udenhout, 1597 - 1813, archiefnummer 864 (in totaal 148 inventarisnummers), in te zien via onze website.
De tekst van de inventaris begint met een uitgebreide historische beschrijving van het dorpsbestuur van Udenhout. Daarin lezen we o.a. het volgende: “De secretaris van de Vrijheid Oisterwijk, die tevens secretaris was van Udenhout, was verantwoordelijk voor de bewaring der archieven van alle betrokken gemeenten. Het archief van Udenhout werd aanvankelijk bewaard in de kapel [in Oisterwijk]. In 1692 werd voor dat doel een kastje in de muur gemaakt, doch het is de vraag of het ooit dienst heeft gedaan. Op 8 februari 1690 was namelijk mr. Adolphus Thomasius als secretaris geïnstalleerd en al dadelijk waren er moeilijkheden. Thomasius, die door de regenten van Oisterwijk "een persoon van een brutael, eensinnigh ende koppig humeur" wordt genoemd en "seer genegen tot plijten en procederen ende voor de regeringhe alhier geen het minste respect hebbende", verdroot het kennelijk dat hij naar de dorpen moest komen om te schrijven, reden waarom hij de archieven "onder sich geslagen ende gebraght heeft naer Oisterwijk, alwaer hij syne residentie gefixeert hadde". Het gevolg was, dat de regenten der dorpen naar Oisterwijk moesten als zij bestuurszaken wilden afhandelen. Zij wendden zich tot de Raad van State, die op 8 februari 1692 bepaalden, dat de archieven moesten worden teruggegeven. Doch Thomasius weigerde te gehoorzamen en legde het besluit naast zich neer. […]. Over de verhouding tussen de regenten van Udenhout en hun dienaar de secretaris is een getuigenverklaring bewaard gebleven, die voor zichzelf spreekt. Enige oud-burgemeesters verklaren, dat zij Thomasius nooit bevelen hebben gegeven om te Udenhout te komen schrijven, maar dat zij zich menigmaal aan zijn huis te Oisterwijk hebben vervoegd en "blootshoofd deselve hebben gebeden ende versocht dat hij op haere plaets tot afdoeninge van dorpsaffaires soude comen schrijven", waarop Thomasius gewoonlijk zei geen tijd te hebben of hen uitvloekte.”
Lees meer in de inventaris.
Tekst en foto: Mark van Hogeloon
Mark, leuke blog !!!!
BeantwoordenVerwijderen