'Tilburger schrijft boek over eigen stamboom' is de kop van een artikel in de Tilburgse Koerier van deze week. In de eerste alinea lees ik het volgende: 'Aanleiding voor het schrijven was een schoolopdracht waarmee Dirk, de zoon van de schrijver, thuiskwam. 'Het idee om te beginnen aan deze speurtocht in het verleden werd geboren toen ik hem hielp met een schoolopdracht', aldus de schrijver. 'Hij moest een zogenaamd 'egodocument' bestuderen en beschrijven, in combinatie met een bescheiden stamboom. Het document moest minstens veertig jaar oud zijn en over een familielid gaan of daardoor geschreven zijn.' Nu is deze schoolopdracht koren op de molen voor de betreffende schrijver. Hij publiceert immers regelmatig boeken en artikelen over (Tilburgse) historische onderwerpen. Maar toch, het is wel de schoolopdracht die deze man inspireerde.
Toevallig ben ik ook bezig met een docent van het Theresialyceum om een leerlingproject voor te bereiden. Hij is deelnemer aan het project 'Geboren in 1809' en hij ontdekte het Regionaal Archief Tilburg als potentiele leerplek voor genealogisch onderzoek door zijn leerlingen. Weliswaar facultatief, maar blijkbaar zijn er genoeg leerlingen die dit interessant vinden. Zelfs een Turkse leerling had zich gemeld. In eerste instantie had de docent dat afgehouden; er zou waarschijnlijk geen informatie te vinden zijn. Ik heb er echter op aangedrongen om de leerling mee te laten doen. De wil is er, dus ik vind, dat wij als archief ons uiterste best dan moeten gaan doen om daarmee aan de slag te gaan. Wie weet, wat we daarvan op steken? Welke familiedocumenten heeft die Turkse leerling in huis? Hebben ze doop- of bidprentjes? Waarschijnlijk niet, maar ik weet er eigenlijk helemaal niks van. Daar kan ik dus iets van leren!
Ik ben altijd blij als er een leraar met zo'n concreet verzoek komt. Natuurlijk haken we daar op in! Er wordt wel eens gevraagd of je dan niet te veel diverse projectaanvragen krijgt, maar de ervaring in het Textielmuseum heeft me geleerd, dat de range niet zo breed is. Het zijn de geijkte onderwerpen waar ze mee komen. Genealogie is er één van. Ik kan er dus gerust op in gaan. Het zal nog wel vaker voorkomen.....Ik ga eens bellen waar de zoon van de schrijver op school zit..
donderdag 30 april 2009
woensdag 29 april 2009
U GAME U LEARN filmpjes
Wie na de posts van Luud helemaal enthousiast is geraakt over de U GAME ULEARN conferentie van afgelopen donderdag in Delft en baalde dat hij/zij deze gemist had. Kan gelukkig de keynotes van ondere andere Helen Blowers en father Roderick, bekijken via internet.
Veel kijkplezier
Veel kijkplezier
KVAN-dagen 15 en 16 juni 2009
Op 15 en 16 juni vinden de KVAN-dagen 2009 plaats in de Toneelschuur te Haarlem.
Geïnteresseerden uit het archief- en informatiedomein kunnen zich tot 25 mei aanmelden via www.kvan.nl. Het thema is Archieven –de ruimte.
In de Toneelschuur in Haarlem zal tijdens de KVAN-dagen gediscussieerd worden over ruimtelijke onderwerpen zoals web 2.0 en verder, geografische informatiesystemen, de invloed van de omgevingsvergunning op archief- en informatiebeheer, architectuur van informatie, archieven over de grens en het ruimtelijk inzichtelijk maken van data. En ook over de vraag welke nieuwe ruimte de archivaris moet innemen. Hoe stappen we uit onze eigen vertrouwde ruimte, onze 'comfort zone'?
Wat betekent dit? En hoe kunnen archivarissen in de nieuwe situatie de kwaliteit en professionaliteit waarborgen?
Het programma is gevarieerd opgebouwd en heeft enkele extraatjes zoals een bezoek aan het
Teylers museum.
Geïnteresseerd? Schrijf je voor 25 mei in!
Meer informatie
Geïnteresseerden uit het archief- en informatiedomein kunnen zich tot 25 mei aanmelden via www.kvan.nl. Het thema is Archieven –de ruimte.
In de Toneelschuur in Haarlem zal tijdens de KVAN-dagen gediscussieerd worden over ruimtelijke onderwerpen zoals web 2.0 en verder, geografische informatiesystemen, de invloed van de omgevingsvergunning op archief- en informatiebeheer, architectuur van informatie, archieven over de grens en het ruimtelijk inzichtelijk maken van data. En ook over de vraag welke nieuwe ruimte de archivaris moet innemen. Hoe stappen we uit onze eigen vertrouwde ruimte, onze 'comfort zone'?
Wat betekent dit? En hoe kunnen archivarissen in de nieuwe situatie de kwaliteit en professionaliteit waarborgen?
Het programma is gevarieerd opgebouwd en heeft enkele extraatjes zoals een bezoek aan het
Teylers museum.
Geïnteresseerd? Schrijf je voor 25 mei in!
Meer informatie
maandag 27 april 2009
U GAME U LEARN - father Roderick
Voor een priester die communicatie heeft gestudeerd moet je oppassen.
Roderick Vonhögen is zo iemand.
Ik had nog nooit van hem gehoord, maar anderen kenden zijn podcastverleden. Ik wist niet eens dat hij Nederlander was. Maar goed, nu was de verrassing des te groter. Zijn keynote begon met een gregoriaans koor dat nauwelijks te stoppen was. Net als father Roderick zelf trouwens.
Daarna stapte een jonge kerel op het podium in de bedrijfskleding van de Rooms-Katholieke kerk en die hield vervolgens de aandacht volledig vast gedurende de tijd dat hij vertelde.
Hij was een prima presentator, grappig, to the point, ondeugend naar de kerk toe, gebruikte de juiste presentatietechnieken inclusief stemmetjes, kortom hij wist het publiek goed te bespelen. Niet op een enge manier, maar buitengewoon onderhoudend.
De Digitale Archivaris heeft er al uitgebreid over geblogd, dus ik beperk me nu tot een aantal thema's die mij bijzonder aanspraken.
Father Roderick (zijn artiestennaam), is een web 2.0 adept uit overtuiging. Hij zoekt de gelovigen op waar ze zijn en verlangd niet van ze dat ze naar de kerk toekomen. De titel van zijn presentatie was dan ook: Oude Instituten en Nieuwe Media.
Hij hield een gloedvol betoog over de inzet van nieuwe media om mensen te bereiken. Het is niet de boodschap (alleen) die minder interessant is, maar het is eerder de manier waarop we mensen proberen te bereiken. Praat de (gemeenschappelijke) taal van de mensen die je wilt bereiken en stop met lineair commmuniceren: communicatie is ontmoeten, is interactie.
Internet is een energieveld (en dat is zeker letterlijk zo!) dat mensen met elkaar verbindt. De parallel met God is makkelijk te leggen. Het goede van zijn presentatie was nu juist dat hij dat niet deed.
Het zijn geen revelaties die hij deed, maar hij zei het wel duidelijk en in context. Zijn activiteiten op het internet, binnen de Star Wars community, maakten hem duidelijk dat je daar echte contacten maakt en dat mensen gevoelig zijn voor de diepere (religieuze) lagen. Daar ontdekte Roderick dat er een markt was voor die benadering. Later ging hij ook op die manier podcasten over de religieuze lagen in Harry Potter en Pirates of the Caribbean. Meer dan 40.000 luisteraars...
Hij beschreef de moderne mens als een hub, een soort van stekkerdoos waar allerlei systemen op zijn aangesloten, TV, radio, internet, telefoon, koffiezetapparaat etc. en dat communiceert allemaal met elkaar. Maar de mens is ook een zender, die vodcasts, films, podcasts, weblogs etc. produceert. Hele treffende vergelijking.
De publieksruimte in een archiefgebouw moet een plek zijn van inspiratie, interactie, mogelijkheden. Daar moet je bezoeker "hub" kunnen zijn :-).
Inspirerend betoog uit onverwachte hoek. Sterk optreden, goede presentatie. Roderick Vonhögen is een man die in zijn eentje een bezoek aan een congres de moeite waard maakt.
Dat is nog eens een zendeling!
Roderick Vonhögen is zo iemand.
Ik had nog nooit van hem gehoord, maar anderen kenden zijn podcastverleden. Ik wist niet eens dat hij Nederlander was. Maar goed, nu was de verrassing des te groter. Zijn keynote begon met een gregoriaans koor dat nauwelijks te stoppen was. Net als father Roderick zelf trouwens.
Daarna stapte een jonge kerel op het podium in de bedrijfskleding van de Rooms-Katholieke kerk en die hield vervolgens de aandacht volledig vast gedurende de tijd dat hij vertelde.
Hij was een prima presentator, grappig, to the point, ondeugend naar de kerk toe, gebruikte de juiste presentatietechnieken inclusief stemmetjes, kortom hij wist het publiek goed te bespelen. Niet op een enge manier, maar buitengewoon onderhoudend.
De Digitale Archivaris heeft er al uitgebreid over geblogd, dus ik beperk me nu tot een aantal thema's die mij bijzonder aanspraken.
Father Roderick (zijn artiestennaam), is een web 2.0 adept uit overtuiging. Hij zoekt de gelovigen op waar ze zijn en verlangd niet van ze dat ze naar de kerk toekomen. De titel van zijn presentatie was dan ook: Oude Instituten en Nieuwe Media.
Hij hield een gloedvol betoog over de inzet van nieuwe media om mensen te bereiken. Het is niet de boodschap (alleen) die minder interessant is, maar het is eerder de manier waarop we mensen proberen te bereiken. Praat de (gemeenschappelijke) taal van de mensen die je wilt bereiken en stop met lineair commmuniceren: communicatie is ontmoeten, is interactie.
Internet is een energieveld (en dat is zeker letterlijk zo!) dat mensen met elkaar verbindt. De parallel met God is makkelijk te leggen. Het goede van zijn presentatie was nu juist dat hij dat niet deed.
Het zijn geen revelaties die hij deed, maar hij zei het wel duidelijk en in context. Zijn activiteiten op het internet, binnen de Star Wars community, maakten hem duidelijk dat je daar echte contacten maakt en dat mensen gevoelig zijn voor de diepere (religieuze) lagen. Daar ontdekte Roderick dat er een markt was voor die benadering. Later ging hij ook op die manier podcasten over de religieuze lagen in Harry Potter en Pirates of the Caribbean. Meer dan 40.000 luisteraars...
Hij beschreef de moderne mens als een hub, een soort van stekkerdoos waar allerlei systemen op zijn aangesloten, TV, radio, internet, telefoon, koffiezetapparaat etc. en dat communiceert allemaal met elkaar. Maar de mens is ook een zender, die vodcasts, films, podcasts, weblogs etc. produceert. Hele treffende vergelijking.
De publieksruimte in een archiefgebouw moet een plek zijn van inspiratie, interactie, mogelijkheden. Daar moet je bezoeker "hub" kunnen zijn :-).
Inspirerend betoog uit onverwachte hoek. Sterk optreden, goede presentatie. Roderick Vonhögen is een man die in zijn eentje een bezoek aan een congres de moeite waard maakt.
Dat is nog eens een zendeling!
zondag 26 april 2009
U GAME U LEARN - Helene Blowers
Afgelopen donderdag 23 april was het tijd voor het symposium over marketing, Nieuwe Media en Mediawijsheid in de TU in Delft. Een zonovergoten dag die opnieuw inspiratie opleverde. In mijn geval van de twee keynote sprekers, Helene Blowers en father Roderick.
Helene Blowers (bedenkster van de 23 Things) begon met de zaal een wave te laten doen en legde dat vast op een digitale camera. Het moest een keer over want de eerste keer waren we niet enthousiast genoeg. Dat lijkt een hele simpele manier om de zaal wakker te krijgen en bij de les te houden, maar het is ook waar het bij web 2.0 om gaat. Als je niet enthousiast bent, dan wordt het moeilijk. Web 2.0 gaat over delen en openstaan voor anderen, op een constructieve manier.
Haar presentatie was getiteld: Finding the Phoenix. Het was vooral gericht op bibiotheken, Helene is zelf Digital Strategy Director van Columbus Metropolitan Library. Maar voor archieven zit er ook voldoende in om van te leren.
Ze begon met het signaleren van trends. De trend die mij het meest shockeerde is de groei van mobiel bereik in de wereld. In de periode van 2002-2008 is de toegang tot internet voor de wereldbevolking gegroeid van 11 tot 23%. Voor de toegang tot mobiele telefonie / internet is het gegroeid van 15 tot 60%. Mobiel (en dat staat voor mij ook voor draadloos internet) is een niet weg te denken kracht in de wereld van informatie. Daar moeten we als archieven in ieder geval iets mee.
Twee andere trends die voor archieven van belang zijn: het gedrukte medium is een aflopende zaak. Het meest concreet zie je dat in de krantenwereld waar in de huidige economische crisis menig krant het loodje heeft moeten leggen of zich gaat toeleggen op digitale content. En misschien nog belangrijker: het distribueren van media is sterk aan het veranderen van fysiek naar digitaal.
Ze deed een paar heel interessante uitspraken.
Mensen hebben de behoefte om iets van zichzelf na te laten. Dat illustreerde ze heel treffend door een afbeelding van een hand uit de grotten van Lascaux (foto is uit grot Peche Merle, ca. 17.000 jaar oud). Blijkbaar hebben mensen al millenialang die behoefte. Als we dat faciliteren dan zijn veel mensen bereid daar aan mee te werken. We zien dat in ons geval aan de deelname en de gedrevenheid bij de deelnemers aan het project 'Geboren in 1809', maar net zo goed aan de reacties die we soms dagelijks krijgen met correcties op fouten en aanvullingen op foto's in de fotobank. Het is een soort van validatie dat je leeft, geleefd hebt.
Ze sprak ook over "deeply local", de mogelijkheid voor bibliotheken (en zeker archieven natuurlijk!) om zich sterk te verbinden met de plaats waar ze gevestigd zijn. Dat is iets waar ik zeker in geloof. De historische beleving is verbonden aan de plaats waar je geboren bent, leeft en geleefd hebt, waar je verleden sporen heeft en waar je zelf sporen hebt achtergelaten. De diepe verankering van geschiedenis, de persoonlijke geschiedenis in plekken, plaatsen, gebouwen, straten, buurten. Daar kunnen we als archiefinstelling wat mee doen. We doen dat ook al b.v. via het Geheugen van Tilburg van het Stadsmuseum Tilburg. Het BHIC is nog veel actiever op dat gebied.
Krachtige beelden en woorden die voor mij in ieder geval als resultaat hadden dat ik nog steeds de Feniks zie voor het Regionaal Archief Tilburg: Engaged + Motivation = Learning.
Helene Blowers (bedenkster van de 23 Things) begon met de zaal een wave te laten doen en legde dat vast op een digitale camera. Het moest een keer over want de eerste keer waren we niet enthousiast genoeg. Dat lijkt een hele simpele manier om de zaal wakker te krijgen en bij de les te houden, maar het is ook waar het bij web 2.0 om gaat. Als je niet enthousiast bent, dan wordt het moeilijk. Web 2.0 gaat over delen en openstaan voor anderen, op een constructieve manier.
Haar presentatie was getiteld: Finding the Phoenix. Het was vooral gericht op bibiotheken, Helene is zelf Digital Strategy Director van Columbus Metropolitan Library. Maar voor archieven zit er ook voldoende in om van te leren.
Ze begon met het signaleren van trends. De trend die mij het meest shockeerde is de groei van mobiel bereik in de wereld. In de periode van 2002-2008 is de toegang tot internet voor de wereldbevolking gegroeid van 11 tot 23%. Voor de toegang tot mobiele telefonie / internet is het gegroeid van 15 tot 60%. Mobiel (en dat staat voor mij ook voor draadloos internet) is een niet weg te denken kracht in de wereld van informatie. Daar moeten we als archieven in ieder geval iets mee.
Twee andere trends die voor archieven van belang zijn: het gedrukte medium is een aflopende zaak. Het meest concreet zie je dat in de krantenwereld waar in de huidige economische crisis menig krant het loodje heeft moeten leggen of zich gaat toeleggen op digitale content. En misschien nog belangrijker: het distribueren van media is sterk aan het veranderen van fysiek naar digitaal.
Ze deed een paar heel interessante uitspraken.
Mensen hebben de behoefte om iets van zichzelf na te laten. Dat illustreerde ze heel treffend door een afbeelding van een hand uit de grotten van Lascaux (foto is uit grot Peche Merle, ca. 17.000 jaar oud). Blijkbaar hebben mensen al millenialang die behoefte. Als we dat faciliteren dan zijn veel mensen bereid daar aan mee te werken. We zien dat in ons geval aan de deelname en de gedrevenheid bij de deelnemers aan het project 'Geboren in 1809', maar net zo goed aan de reacties die we soms dagelijks krijgen met correcties op fouten en aanvullingen op foto's in de fotobank. Het is een soort van validatie dat je leeft, geleefd hebt.
Ze sprak ook over "deeply local", de mogelijkheid voor bibliotheken (en zeker archieven natuurlijk!) om zich sterk te verbinden met de plaats waar ze gevestigd zijn. Dat is iets waar ik zeker in geloof. De historische beleving is verbonden aan de plaats waar je geboren bent, leeft en geleefd hebt, waar je verleden sporen heeft en waar je zelf sporen hebt achtergelaten. De diepe verankering van geschiedenis, de persoonlijke geschiedenis in plekken, plaatsen, gebouwen, straten, buurten. Daar kunnen we als archiefinstelling wat mee doen. We doen dat ook al b.v. via het Geheugen van Tilburg van het Stadsmuseum Tilburg. Het BHIC is nog veel actiever op dat gebied.
Krachtige beelden en woorden die voor mij in ieder geval als resultaat hadden dat ik nog steeds de Feniks zie voor het Regionaal Archief Tilburg: Engaged + Motivation = Learning.
woensdag 22 april 2009
Tilburg : tijdschrift voor geschiedenis, monumenten en cultuur, jaargang 27, nummer 1 is verschenen. Daarin twee artikelen door medewerkers van de Stichting Mommerskwartier (Regionaal Archief Tilburg, Audax Textielmuseum Tilburg en Stadsmuseum Tilburg).
Directeur Ton Wagemakers schreef het artikel: Over de belangrijkheid van de Tilburgse textiel omstreeks 1809 (blz. 15-20). In 1809 verleent koning Lodewijk Napoleon Tilburg stadsrechten zowel vanwege de grootte als de belangrijkheid van het dorp. Als stimulator van de nijverheid in zijn koninkrijk doelt hij bij dat laatste zonder twijfel op de belangrijkheid van de Tilburgse textiel.
Astrid de Beer en Petra Robben, beiden werkzaam bij het Regionaal Archief Tilburg, schreven het stuk Tilburg 200 Vrouwen : een ontmoeting in textiel. Over handwerken, huishoudonderwijs, de textielindustrie (blz. 40-44).
Overige artikelen:
C.J. Weijters: Tilburg tot stad verheven - 18 april 1809 (blz. 3-11)
Ed Schilders : De komediekwestie (blz 12-14)
Martin W.J. de Bruijn: Jan Anthonie Sebastiaan van Spaendonck in het licht van zijn tijd(blz 21-34)
Henk van Doremalen: de Internationale Tentoonstelling Stad Tilburg 1809-1909 (blz. 36-39)
Tilburg kort: Tilburg signalementen LXIII; Een wijd land: Koningsoord in Brabant; Encyclopedie van Tilburg (boekbesprekingen, blz. 45-47)
Het tijdschrift komt vandaag of morgen met de interne post naar het Archief. Het is nu nog in de bibliotheek van het Textielmuseum!
Directeur Ton Wagemakers schreef het artikel: Over de belangrijkheid van de Tilburgse textiel omstreeks 1809 (blz. 15-20). In 1809 verleent koning Lodewijk Napoleon Tilburg stadsrechten zowel vanwege de grootte als de belangrijkheid van het dorp. Als stimulator van de nijverheid in zijn koninkrijk doelt hij bij dat laatste zonder twijfel op de belangrijkheid van de Tilburgse textiel.
Astrid de Beer en Petra Robben, beiden werkzaam bij het Regionaal Archief Tilburg, schreven het stuk Tilburg 200 Vrouwen : een ontmoeting in textiel. Over handwerken, huishoudonderwijs, de textielindustrie (blz. 40-44).
Overige artikelen:
C.J. Weijters: Tilburg tot stad verheven - 18 april 1809 (blz. 3-11)
Ed Schilders : De komediekwestie (blz 12-14)
Martin W.J. de Bruijn: Jan Anthonie Sebastiaan van Spaendonck in het licht van zijn tijd(blz 21-34)
Henk van Doremalen: de Internationale Tentoonstelling Stad Tilburg 1809-1909 (blz. 36-39)
Tilburg kort: Tilburg signalementen LXIII; Een wijd land: Koningsoord in Brabant; Encyclopedie van Tilburg (boekbesprekingen, blz. 45-47)
Het tijdschrift komt vandaag of morgen met de interne post naar het Archief. Het is nu nog in de bibliotheek van het Textielmuseum!
dinsdag 21 april 2009
Buurtbank Brabant
Erfgoed Brabant is een initiatief gestart waarbij verhalen bij een museaal object of een Brabants onderwerp verzameld worden: de Buurtbank. De Buurtbank is bedoeld voor Brabantse musea en heemkundekringen met een collectie. Het is te zien als een manier om een collectie te beschrijven, of om meer informatie over een object of onderwerp te geven.
Mensen vertellen in een filmpje hun verhaal bij een object of een onderwerp. Ze ´buurten´ erover. De verhalen moeten een link hebben met Brabant en worden liefst in het Brabants verteld.
Op de website zijn de filmpjes te zien, steeds gekoppeld aan het object of het onderwerp. Musea kunnen gebruik maken van deze manier van het geven van informatie over een collectiestuk.
Neem eens een kijkje op de site van de buurtbank.
Mensen vertellen in een filmpje hun verhaal bij een object of een onderwerp. Ze ´buurten´ erover. De verhalen moeten een link hebben met Brabant en worden liefst in het Brabants verteld.
Op de website zijn de filmpjes te zien, steeds gekoppeld aan het object of het onderwerp. Musea kunnen gebruik maken van deze manier van het geven van informatie over een collectiestuk.
Neem eens een kijkje op de site van de buurtbank.
maandag 20 april 2009
Voor als je het niet meer weet - Miscellaneous
Vorige week kwam ik via het weblog van Edwin Mijnsbergen terecht bij een presentatie van David Weinberger. Deze man hield voor een publiek van Google-medewerkers een pleidooi om vooral niet verder te gaan met rubriceren en indelen en systematiseren.
Hij beweerde dat onze drang om alles te labellen en in hokjes te duwen wel spaak moet lopen. Niet alleen omdat niet alles in een hokje past (met alle vervelende gevolgen van dien), maar vooral omdat nu de techniek voorhanden is om de informatie toch wel terug te vinden. Op een fysieke manier, rubriekenstelsel of andere manieren om informatie te ordenen, schiet elke indeling te kort. Je kunt ook alles maar in één rubriek onderbrengen. En sommige informatie laat zich niet in één rubriek onderbrengen... Tenzij die rubriek zo abstract is, dat het eigenlijk ook geen indeling meer is.
Ik liep er tegenaan toen een collega me vroeg om eens te kijken naar een indeling van een rubriek belastingen in een inventaris van een stadsarchief. Daar waren registers bij die een dusdanig veelzijdige inhoud hadden, dat die eigenlijk in meerdere rubrieken thuishoorden. Eigenlijk kon je de serie stukken op een meerdere manieren indelen. Kortom: onhandig.
In een digitale omgeving is dat niet meer van belang. Daar kun je een archiefstuk aan zoveel rubrieken hangen als je maar wilt. De gebruiker kan daar vrolijk aan meewerken via tagging of een commentaarfunctie.
Of je maakt een beschrijving die de inhoud dekt. Dan ben je ook klaar. Een stuk simpeler.
De presentatie duurt 57 minuten en David Weinberger haalt een aantal voorbeelden aan die overtuigend genoeg zijn om de digitale beschrijving te omarmen en er voor te zorgen dat onze bezoekers de informatie kunnen vinden, los van welke indeling dan ook.
Hij beweerde dat onze drang om alles te labellen en in hokjes te duwen wel spaak moet lopen. Niet alleen omdat niet alles in een hokje past (met alle vervelende gevolgen van dien), maar vooral omdat nu de techniek voorhanden is om de informatie toch wel terug te vinden. Op een fysieke manier, rubriekenstelsel of andere manieren om informatie te ordenen, schiet elke indeling te kort. Je kunt ook alles maar in één rubriek onderbrengen. En sommige informatie laat zich niet in één rubriek onderbrengen... Tenzij die rubriek zo abstract is, dat het eigenlijk ook geen indeling meer is.
Ik liep er tegenaan toen een collega me vroeg om eens te kijken naar een indeling van een rubriek belastingen in een inventaris van een stadsarchief. Daar waren registers bij die een dusdanig veelzijdige inhoud hadden, dat die eigenlijk in meerdere rubrieken thuishoorden. Eigenlijk kon je de serie stukken op een meerdere manieren indelen. Kortom: onhandig.
In een digitale omgeving is dat niet meer van belang. Daar kun je een archiefstuk aan zoveel rubrieken hangen als je maar wilt. De gebruiker kan daar vrolijk aan meewerken via tagging of een commentaarfunctie.
Of je maakt een beschrijving die de inhoud dekt. Dan ben je ook klaar. Een stuk simpeler.
De presentatie duurt 57 minuten en David Weinberger haalt een aantal voorbeelden aan die overtuigend genoeg zijn om de digitale beschrijving te omarmen en er voor te zorgen dat onze bezoekers de informatie kunnen vinden, los van welke indeling dan ook.
vrijdag 17 april 2009
Smederij Schatten van Brabant in jarig Oosterhout
Gisteren was de Smederij van Schatten van Brabant in Oosterhout. Het thema was Erfgoededucatie. Oosterhout was jarig omdat er op 17 april 1809 stadsrechten werden verleend door Koning Lodewijk Napoleon. (Tilburg volgde een dag later). Een Smederij is bedoeld om mensen uit het veld te ontmoeten; culturele instellingen, gemeenteambtenaren, docenten, aanbieders en afnemers van kunst en cultuur. Dat kan inspirerend zijn, maar Schatten van Brabant hoopt op ietsje meer, en dat is het smeden van plannen.
De middag werd ingeleid met niemand minder dan Keizer Napoleon. Hij was nogal verbolgen over het feit dat er in Oosterhout geen straat naar hem vernoemd was, hoewel die van broer Lodewijk wel! Hier rees bij mij de twijfel of de acteur wel wist dat niet de keizer, maar de koning degene was geweest, die de stadsrechten verleende. Maar enfin, wel leuk en inspirerend.
Vervolgens een wandelingetje naar Slotje Brakestein, een mooi landhuis wat midden in het groen ligt. Oosterhout schijnt vele 'groene kamers' te hebben.In de diverse landhuiskamers volgden lezingen van 30 minuten door historici en andere erfgoedexperts. Daarna een workshop naar keuze. Die van mij was 'Erfgoed en eigen omgeving', waarbij we mee naar buiten werden genomen, de natuur in. Doelstelling was om eens op een andere manier naar de natuur te kijken.
Maar eigenlijk wilde ik mensen ontmoeten, vragen waar zij mee bezig waren. Dus al lopende met een halve edelsteen in mijn hand, op zoek naar een identieke natuurlijke kleur, loop ik naast een docnt van een VMBO school uit Oosterhout. 'Ha, contact, inspiratie of misschien wel plannen smeden. Of hij het Regionaal Archief Tilburg kende?''Ja zeker, als student geschiedenis had hij er veel gebruik van gemaakt'.'Zou een archief iets voor zijn leerlingen kunnen betekenen?''Nou, die archieven tegenwoordig! Ze zoeken krampachtig naar allerlei bestaansrecht via identiteitsacties!''Wat bedoel je daarmee dan?' (Ik voelde me natuurlijk meteen aangevallen...)
'Ja, heeft iedereen zijn kleurtje gevonden? Leg het maar op het kleedje....mooooi! Dit is één van de manieren om kinderen naar hun eigen omgeving te laten kijken...."Grrrrr...wat wilde die man nou zeggen over die identiteit?
Terug naar de zaal waar de plannen dan gesmeed gaan worden?
De stadsdichter van Oosterhout heeft ondertussen gedichten gemaakt. 'Stand-up-poetry!' noemt hij het zelf. 'Weet iemand van u wat een 'acrostichon' is?'
Ah, dat weet ik! Vinger in de lucht: 'Het Wilhelmus is er een voorbeeld van toch?' Helemaal goed. Ik heb weer eens van me kunnen laten horen!
Een afronding van de dag volgt. Die leraar en zijn identiteit houden me bezig. Wat bedoelde hij nou? Maar goed, Brabantse stamppotten en 'kaoikes' bij de soep deden mij dit alles vergeten. Totdat we naar huis gingen.
Roept een oudere man me:
'Hey juffrouw, waar komt u vandaan, uit het onderwijs misschien?'
'Van het Regionaal Archief uit Tilburg, kent u dat?'
'Ja natuurlijk, ik ben van de Heemschut Oosterhout!'
'En, maakt u dan ook regelmatig gebruik van ons archief? Oosterhout behoort immers tot ons werkgebied!'
'Wè, da wist ik hillemaal nie!'.....'Nee, ik ken u niet van het archief. Maar u maakte indruk op ons. U wist tenminste wat een acrochion was!;-)'
Ja, ja, ik ging naar de Smederij voor inspiratie en om plannen te smeden, om nieuwe mensen te ontmoeten en om de mogelijkheden van het archief onder de aandacht te brengen. Eerst een hersenkraker over die identiteitswoede van de archieven, vervolgens een identiteitsprobleem voor het archief als meneer Heemschut van Oosterhout niet eens weet dat ie bij ons in Tilburg moet zijn....
Het enige positieve is mijn goede indruk die ik heb gemaakt...met mijn acrostichon!
De middag werd ingeleid met niemand minder dan Keizer Napoleon. Hij was nogal verbolgen over het feit dat er in Oosterhout geen straat naar hem vernoemd was, hoewel die van broer Lodewijk wel! Hier rees bij mij de twijfel of de acteur wel wist dat niet de keizer, maar de koning degene was geweest, die de stadsrechten verleende. Maar enfin, wel leuk en inspirerend.
Vervolgens een wandelingetje naar Slotje Brakestein, een mooi landhuis wat midden in het groen ligt. Oosterhout schijnt vele 'groene kamers' te hebben.In de diverse landhuiskamers volgden lezingen van 30 minuten door historici en andere erfgoedexperts. Daarna een workshop naar keuze. Die van mij was 'Erfgoed en eigen omgeving', waarbij we mee naar buiten werden genomen, de natuur in. Doelstelling was om eens op een andere manier naar de natuur te kijken.
Maar eigenlijk wilde ik mensen ontmoeten, vragen waar zij mee bezig waren. Dus al lopende met een halve edelsteen in mijn hand, op zoek naar een identieke natuurlijke kleur, loop ik naast een docnt van een VMBO school uit Oosterhout. 'Ha, contact, inspiratie of misschien wel plannen smeden. Of hij het Regionaal Archief Tilburg kende?''Ja zeker, als student geschiedenis had hij er veel gebruik van gemaakt'.'Zou een archief iets voor zijn leerlingen kunnen betekenen?''Nou, die archieven tegenwoordig! Ze zoeken krampachtig naar allerlei bestaansrecht via identiteitsacties!''Wat bedoel je daarmee dan?' (Ik voelde me natuurlijk meteen aangevallen...)
'Ja, heeft iedereen zijn kleurtje gevonden? Leg het maar op het kleedje....mooooi! Dit is één van de manieren om kinderen naar hun eigen omgeving te laten kijken...."Grrrrr...wat wilde die man nou zeggen over die identiteit?
Terug naar de zaal waar de plannen dan gesmeed gaan worden?
De stadsdichter van Oosterhout heeft ondertussen gedichten gemaakt. 'Stand-up-poetry!' noemt hij het zelf. 'Weet iemand van u wat een 'acrostichon' is?'
Ah, dat weet ik! Vinger in de lucht: 'Het Wilhelmus is er een voorbeeld van toch?' Helemaal goed. Ik heb weer eens van me kunnen laten horen!
Een afronding van de dag volgt. Die leraar en zijn identiteit houden me bezig. Wat bedoelde hij nou? Maar goed, Brabantse stamppotten en 'kaoikes' bij de soep deden mij dit alles vergeten. Totdat we naar huis gingen.
Roept een oudere man me:
'Hey juffrouw, waar komt u vandaan, uit het onderwijs misschien?'
'Van het Regionaal Archief uit Tilburg, kent u dat?'
'Ja natuurlijk, ik ben van de Heemschut Oosterhout!'
'En, maakt u dan ook regelmatig gebruik van ons archief? Oosterhout behoort immers tot ons werkgebied!'
'Wè, da wist ik hillemaal nie!'.....'Nee, ik ken u niet van het archief. Maar u maakte indruk op ons. U wist tenminste wat een acrochion was!;-)'
Ja, ja, ik ging naar de Smederij voor inspiratie en om plannen te smeden, om nieuwe mensen te ontmoeten en om de mogelijkheden van het archief onder de aandacht te brengen. Eerst een hersenkraker over die identiteitswoede van de archieven, vervolgens een identiteitsprobleem voor het archief als meneer Heemschut van Oosterhout niet eens weet dat ie bij ons in Tilburg moet zijn....
Het enige positieve is mijn goede indruk die ik heb gemaakt...met mijn acrostichon!
donderdag 16 april 2009
Middeleeuws congres in Tilburg met thema: ‘Tilburg? Veel ouder dan 200 jaar!’
Zondag 19 april wordt er in het Odulphus Lyceum in Tilburg (adres: Noordhoekring 99) een congres georganiseerd over Tilburg in de Middeleeuwen. Er zijn interessante sprekers, onder andere Gerard Steijns, voormalig stadsarchivaris. Hij zal een verhaal houden over de Hasseltse Kapel. Dit is het oudste monument van Tilburg, vlakbij de Hasselt rotonde. Deze kleine kapel ligt nu ingeklemd in moderne gebouwen, de ringweg, de rotonde met het draaiende huis, maar toch straalt het nog een sfeer van vroeger uit.
De overige sprekers en hun onderwerpen:
Bas Aarts, voorzitter van de Vereniging Vrienden van Brabantse Kastelen, houdt een uiteenzetting over de kastelen van Tilburg.
Hans van Dijk een lezing houden over oude patronen in de wegen en paden van Tilburg. De plattegrond van Tilburg geeft aan dat onze stad echt stukken ouder is dan de 200 jaar die we nu vieren.
De bibliotheek van de Universiteit van Tilburg heeft een bijzondere collectie Middeleeuwse manuscripten. Emy Thorissen, conservator van de universiteitsbibliotheek, zal over de bijzonderste stukken haar licht laten schijnen.
Dit congres wordt georganiseerd door de Bartholomeus Society for Medieval Studies (BSMS).
Praktische informatie:
Zondag 19 april, 15.00-17.00 uur, Middeleeuws congres, Odulphus Lyceum (Noordhoekring 99).
De entree van het congres is € 5,- per persoon. De zaal gaat open om 14.30 uur, met koffie en thee. Om 15.00 uur begint de eerste spreker. Na afloop is er gelegenheid om na te praten onder het genot van een drankje.
Meer info is te vinden op de website van het BSMS.
De overige sprekers en hun onderwerpen:
Bas Aarts, voorzitter van de Vereniging Vrienden van Brabantse Kastelen, houdt een uiteenzetting over de kastelen van Tilburg.
Hans van Dijk een lezing houden over oude patronen in de wegen en paden van Tilburg. De plattegrond van Tilburg geeft aan dat onze stad echt stukken ouder is dan de 200 jaar die we nu vieren.
De bibliotheek van de Universiteit van Tilburg heeft een bijzondere collectie Middeleeuwse manuscripten. Emy Thorissen, conservator van de universiteitsbibliotheek, zal over de bijzonderste stukken haar licht laten schijnen.
Dit congres wordt georganiseerd door de Bartholomeus Society for Medieval Studies (BSMS).
Praktische informatie:
Zondag 19 april, 15.00-17.00 uur, Middeleeuws congres, Odulphus Lyceum (Noordhoekring 99).
De entree van het congres is € 5,- per persoon. De zaal gaat open om 14.30 uur, met koffie en thee. Om 15.00 uur begint de eerste spreker. Na afloop is er gelegenheid om na te praten onder het genot van een drankje.
Meer info is te vinden op de website van het BSMS.
De kleine geschiedenis van Tilburg, deel 6: Zorg en welzijn
Nu te vinden in de bibliotheek van het Regionaal Archief Tilburg: deel 6 uit de Kleine geschiedenis van Tilburg: Zorg en welzijn. Henk van Doremalen is de auteur. Het boekje bestaat uit deze hoofdstukken:
Bakers, kindersterfte en consultatiebureaus
Epidemieën en ziekenhuizen
Wevershuizen, woningnood en flats
Bestedeling, gestichten en Koningsvoorde
Foto: Regionaal Archief Tilburg.
Kleuters onder de hoogtezon in 1953 in medisch kinderdagverblijf Kinderheil aan de Dr. Keyzerlaan in Goirle. Veel Tilburgse kinderen gingen hier naar toe. Ze werden opgehaald met busjes die een bekend verschijnsel waren in het Tilburgse (en Goirlese) straatbeeld (tekst bijschrift uit boek).
Bakers, kindersterfte en consultatiebureaus
Epidemieën en ziekenhuizen
Wevershuizen, woningnood en flats
Bestedeling, gestichten en Koningsvoorde
Foto: Regionaal Archief Tilburg.
Kleuters onder de hoogtezon in 1953 in medisch kinderdagverblijf Kinderheil aan de Dr. Keyzerlaan in Goirle. Veel Tilburgse kinderen gingen hier naar toe. Ze werden opgehaald met busjes die een bekend verschijnsel waren in het Tilburgse (en Goirlese) straatbeeld (tekst bijschrift uit boek).
dinsdag 14 april 2009
vooruit maar: authenticiteit
Mijn witte donderdagavond bracht ik met een 30tal mensen door in de Brabantse Erfgoedarena. Het auditorium van het Audax Textielmuseum Tilburg bood genoeg ruimte voor een flink robbertje bekvechten. De (Brabantse) opkomst was helaas magertjes, veel mensen uit Amsterdam (ja: zo moeten we de volgende keer toch weer naar A!) en echt vechten was er niet bij. De inzichten waren niet echt nieuw, al werden de standpunten soms redelijk prikkelend verwoord. Een museum zonder voorwerpen (het nieuw te bouwen Nationaal Historisch Museum -in een gebouw: dat dan weer wel! Is Anno niet goed genoeg?) brengt je natuurlijk al gauw bij de vraag hoe authentiek je (als museum, archief) moet zijn, wat authenticiteit überhaupt is en of die objecten nu weg mogen. En de historische sensatie die kwam ook weer om de hoek kijken. De avond inspireerde mij in ieder geval wel tot het leggen van allerlei verbindingen, het maken van gedachtenkronkels en -bruggetjes en het stellen van vragen waarop ik nog lang geen antwoorden heb.
Belangrijke vraag: IS het belang, de essentie van het/een object (in een museum, laten we geschreven, getekend en ander procesgebonden materiaal voor het gemak ook even objecten noemen) de authenticiteit? Ja, soms wel, soms niet, hè. Het ligt er maar net aan wat je er mee wil, wie de authenticiteit waarneemt. Natuurlijk geeft zintuiglijk contact een heel directe band met het object: als je ervoor open staat en in de museumwereld toch vooral als je goede ogen hebt. Het gebruik van multimedia hebben daar nog het aspect van horen aan toegevoegd. Dat is het dan wel, want VOELEN, RUIKEN, PROEVEN!! dat ligt allemaal toch wel moeilijker niet uit onwil, maar ook omdat de vluchtigheid van deze zintuigen moeilijk in authentieke 'bronnen'te vangen zijn. De context kan daarbij een rol spelen: Peter Sigmond gaf het voorbeeld van een ijselsteentje dat hem op de noordpool deed beseffen dat het echt de Hollanders waren geweest die hier waren, hetzelfde steentje in een museum bracht dat gevoel niet teweeg. Je eigen context is natuurlijk ook nog van belang: de geur van looierijen is voor de meeste mensen een haast ondraaglijke stank, bij mij brengt het direct (want geur is krachtig!) alle goede herinneringen aan mijn jeugd naar boven: mijn vader was looier en het was 'zijn' geur.
Soms brengt een replica je dichter bij 'kennis'. Tijdens de DEN dagen in december heb ik gefascineerd gespeeld met de hologrammen van potjes en pannetjes (oneerbiedig) van het Gouds museum (?) waardoor je de 'onaanraakbare' museale objecten van binnen en van buiten, van voor naar achter kon bekijken. Ook de prachtige supergefotografeerde schilderijen in het Prado (en straks 'onze' charters...) maken de originelen bijna overbodig..... En toch: als ik een schilderij wil BELEVEN dan wil ik er met mijn neus bovenopstaan, de kleuren zien, de verf met mijn ogen aftasten, het formaat op me in laten werken. Ja en dan raak ik hevig gefrustreerd als dat prachtige werk in het depot ligt opgeslagen en ik er niet bij mag, moet wachten tot een conservator zo lief is het op te laten hangen.
(wordt vervolgd, denk ik)
Soms brengt een replica je dichter bij 'kennis'. Tijdens de DEN dagen in december heb ik gefascineerd gespeeld met de hologrammen van potjes en pannetjes (oneerbiedig) van het Gouds museum (?) waardoor je de 'onaanraakbare' museale objecten van binnen en van buiten, van voor naar achter kon bekijken. Ook de prachtige supergefotografeerde schilderijen in het Prado (en straks 'onze' charters...) maken de originelen bijna overbodig..... En toch: als ik een schilderij wil BELEVEN dan wil ik er met mijn neus bovenopstaan, de kleuren zien, de verf met mijn ogen aftasten, het formaat op me in laten werken. Ja en dan raak ik hevig gefrustreerd als dat prachtige werk in het depot ligt opgeslagen en ik er niet bij mag, moet wachten tot een conservator zo lief is het op te laten hangen.
(wordt vervolgd, denk ik)
Digitale revolutie in de basisschool
Zoals we op dit filmpje van Brabants Dagblad (11 april 2009) zien, is het groot nieuws dat het klassieke krijtbord vervangen gaat worden door een digitaal bord. We hebben het hier over het basisonderwijs weliswaar. Ik heb het idee dat de VO's en HBO's al langer gebruik maken van deze faciliteiten. Het basisonderwijs was zo ver nog niet; in vele scholen waar ik kom, staan nog twee oudbakken apparaten achter in de klas. Om de beurt mogen de leerlingen dan op de computer, zelfs pas als ze klaar zijn met rekenen of taal. Hieruit mag duidelijk zijn dat het digitale onderwijs in de basischool nog lang zover niet is, als wij educatoren soms denken.
Maar het digitaal schoolbord biedt perspectief. Vaak blijkt het moeilijk of lastig om die groepen kinderen in je archief te ontvangen. Met het digitale schoolbord kun je alsnog je website onder de aandacht brengen. Ook tools zoals 'onze' Agent 0013 en de Tilburgse Tijdmachine kunnen in de klas bekeken en doorlopen worden. Ze hoeven er niet voor naar het archief te komen. 'Dat is makkelijk', hoor ik de leerkrachten al zeggen. Geen gedoe met vervoer, geen schreeuwende kinderen die ze in bedwang moeten houden op een ander.
Mijn bedenking bij de digitale revolutie is echter wel de aanschouwelijkheid van het onderwijs. Authenticiteit, echtheid en historische sensatie worden niet bereikt via de digitale snelweg. De setting van het klaslokaal, de uitleg van de eigen docent en het niet kunnen aanraken zijn wat mij betreft minpunten. Een ander 'gevaar' is dat de scholen hun budgetten voor kunst en cultuur mede gaan inzetten voor de aanschaf van deze dure leerinstrumenten.....
Het digitaal schoolbord is enorm handig voor zowel de scholen als voor ons als instellingen. Maar laten we als bewaarders van ons cultureel erfgoed de authenticiteit bewaken. Daar kan namelijk geen digitale ervaring tegenop!!
zaterdag 11 april 2009
Footnote gebruikt Twitter en Facebook
Sinds 5 minuten volg ik Footnote via Twitter. Footnote is een website die zichzelf presenteert als : The place for original documents online.
Het is een geweldige website waar je als betalend lid je documenten en foto's kunt uploaden en vervolgens een variëteit aan mogelijkheden krijgt geboden waar je de vingers bij aflikt. Transcriptie is mogelijk. Zelfs met de mogelijkheid om delen van de tekst te markeren en dat stukje te vertalen of te voorzien van commentaar. Voor sommige archiefstukken is die functionaliteit zelfs gratis beschikbaar.
Je kunt documenten en foto's met elkaar verbinden en de waarde van verbindingen waarderen. Kortom: eigenlijk alles wat een archiefwebsite zou moeten hebben.
Deze website bewijst dat de techniek voorhanden is, dat mensen het snappen en dat het zo eenvoudig is dat mensen er ook voor willen betalen. Het is een voorbeeld voor ons om het archiefmateriaal dat we hebben, maar ook het materiaal dat in handen is van particulieren, met elkaar te verbinden. Ook verbindingen leggen tussen archiefmateriaal tussen archiefdiensten.
En hun Twitterservice geeft je updates: we just released a Black History Collection. There are some great African-American documents on it. http://go.footnote.com/blackhistory/
Footnote is ook actief op Facebook, blijkbaar al sinds januari 2007. Ze gebruiken sociale media en netwerken om hun klanten te bedienen en nieuwe klanten te bereiken.
Een website die navolging verdient.
Het is een geweldige website waar je als betalend lid je documenten en foto's kunt uploaden en vervolgens een variëteit aan mogelijkheden krijgt geboden waar je de vingers bij aflikt. Transcriptie is mogelijk. Zelfs met de mogelijkheid om delen van de tekst te markeren en dat stukje te vertalen of te voorzien van commentaar. Voor sommige archiefstukken is die functionaliteit zelfs gratis beschikbaar.
Je kunt documenten en foto's met elkaar verbinden en de waarde van verbindingen waarderen. Kortom: eigenlijk alles wat een archiefwebsite zou moeten hebben.
Deze website bewijst dat de techniek voorhanden is, dat mensen het snappen en dat het zo eenvoudig is dat mensen er ook voor willen betalen. Het is een voorbeeld voor ons om het archiefmateriaal dat we hebben, maar ook het materiaal dat in handen is van particulieren, met elkaar te verbinden. Ook verbindingen leggen tussen archiefmateriaal tussen archiefdiensten.
En hun Twitterservice geeft je updates: we just released a Black History Collection. There are some great African-American documents on it. http://go.footnote.com/blackhistory/
Footnote is ook actief op Facebook, blijkbaar al sinds januari 2007. Ze gebruiken sociale media en netwerken om hun klanten te bedienen en nieuwe klanten te bereiken.
Een website die navolging verdient.
Nieuwe RSS-feed voor dit weblog
donderdag 9 april 2009
Project ´Geboren in 1809´ is halverwege
“Onderzoek brengt Tilburgers uit 1809 tot leven”
TILBURG, april 2009 – Zestig vrijwilligers onderzoeken de levensloop van alle 338 Tilburgers die in 1809 zijn gedoopt of geboren. Dit doen ze in het kader van het project ‘Geboren in 1809’, gestart door het Regionaal Archief Tilburg en de Nederlandse Genealogische Vereniging afdeling ‘s-Hertogenbosch–Tilburg. Het project is halverwege en de deelnemers zijn nog steeds enorm enthousiast. Afvallers zijn er niet en een groot deel van de personen is onderzocht. Frank en Maria Sneijders onderzochten samen vijf mensen. “Onderzoek doen is heel verslavend. We willen steeds méér weten.”
De zestig deelnemers onderzoeken de levensloop van in totaal 338 Tilburgers. Dat zijn er twintig meer dan bij de start van het project werd gedacht. De onderzoekers zijn met veel enthousiasme aan de slag gegaan en hebben al een groot deel van de Wiki-pagina’s op www.geborenin1809.nl gevuld met onderzoeksresultaten. Frank Sneijders, één van de deelnemers: “Voordat ik van dit project hoorde, was ik samen met mijn vrouw Maria bezig om de stamboom van mijn familie uit te pluizen. Tijdens die zoektocht kwamen we mijn overgrootvader tegen, die geboren is in 1809. Zijn levensverhaal interesseerde ons en dat ben ik op gaan schrijven. Toen lazen we over ‘Geboren in 1809’. We hadden nog weinig verstand van onderzoeken, maar we kregen volop hulp en konden cursussen volgden. We besloten mee te doen en het blijkt enorm verslavend.”
Niet meer stoppen
Frank en Maria gingen aan de slag met vijf personen, inclusief overgrootvader Willem Sneijders. Willem bleek van 1828 tot 1837 in militaire dienst geweest te zijn. In het Tilburgse stadsarchief vonden ze veel informatie over zijn legeronderdeel. “In het Nationaal Archief in Den Haag is nog veel meer te vinden”, zegt Maria. “Daar ontdekten we dat Willem een medaille heeft gekregen voor deelname aan de tiendaagse veldtocht in 1831.” “Ik vind het prachtig om door die hele oude boeken te bladeren”, zegt Frank. “En het is net zo leuk om niet-familie uit te zoeken. Zodra je iets ontdekt, wil je precies weten wat er allemaal is gebeurd. Je kunt niet meer stoppen. Het leukste is om een heel verhaal om de feiten heen te bedenken. We hebben bijvoorbeeld een testament van een Fransman gevonden, die omgerekend 300.000 euro na wilde laten aan mijn betovergrootvader. Dat geld is nooit uitgekeerd, maar het maakt wel nieuwsgierig. Waarom liet een Fransman zo’n bedrag na?”
Puzzelen
Maria kan heel goed puzzelen en data en gebeurtenissen aan elkaar linken. Frank schrijft de levensverhalen eromheen. Via internet en archieven is veel informatie te vinden. “Door in het archief te snuffelen, worden de mensen van vroeger een stuk tastbaarder”, vindt Frank. “Het is bijzonder om in zo’n oud boek de naam van je overgrootvader terug te vinden. Je leert ook steeds beter zoeken, via allerlei wegen.” Maria: “We zijn nu bijvoorbeeld op zoek naar informatie over een meneer Van Dijk. Hij woonde in Antwerpen en we hebben ontdekt dat zijn zus een paar dagen na zijn dood naar Antwerpen is gegaan en niet meer is teruggekomen. We willen graag weten hoe dat in elkaar zit.” Frank: “Het is echt een leuke hobby en ook na het project gaan we ermee verder. Het mooie is dat ik hierdoor ook anders naar Tilburg ben gaan kijken. Ik loop nu door de stad en zie voor me hoe het vroeger was.”
Over ‘Geboren in 1809’
In 2009 is het tweehonderd jaar geleden dat Tilburg stadsrechten kreeg. Het Regionaal Archief Tilburg en de Nederlandse Genealogische Vereniging (NGV) ’s-Hertogenbosch-Tilburg haken hierbij aan met het project ‘Geboren in 1809’. Het doel is om onderzoekers kennis te laten maken met de geschiedenis van Tilburg en met het doen van onderzoek in een archief. De zestig deelnemers zetten de onderzoeksresultaten op www.geborenin1809.nl. Zo geven ze een bijzonder beeld van het leven van Tilburgers in de negentiende eeuw. Het onderzoek duurt tot en met juni en de resultaten worden op 11 oktober gepresenteerd.
Foto: Twee onderzoekers van het project, Herman Hobert en Ad Pijnenburg.
Fotografie: Isabelle Heyvaert
___________________________________________________________________________________
Meer weten? Neem contact op met Astrid de Beer, coördinator project ‘Geboren in 1809’, T. 013 549 45 70 of e-mail: info@regionaalarchieftilburg.nl.
TILBURG, april 2009 – Zestig vrijwilligers onderzoeken de levensloop van alle 338 Tilburgers die in 1809 zijn gedoopt of geboren. Dit doen ze in het kader van het project ‘Geboren in 1809’, gestart door het Regionaal Archief Tilburg en de Nederlandse Genealogische Vereniging afdeling ‘s-Hertogenbosch–Tilburg. Het project is halverwege en de deelnemers zijn nog steeds enorm enthousiast. Afvallers zijn er niet en een groot deel van de personen is onderzocht. Frank en Maria Sneijders onderzochten samen vijf mensen. “Onderzoek doen is heel verslavend. We willen steeds méér weten.”
De zestig deelnemers onderzoeken de levensloop van in totaal 338 Tilburgers. Dat zijn er twintig meer dan bij de start van het project werd gedacht. De onderzoekers zijn met veel enthousiasme aan de slag gegaan en hebben al een groot deel van de Wiki-pagina’s op www.geborenin1809.nl gevuld met onderzoeksresultaten. Frank Sneijders, één van de deelnemers: “Voordat ik van dit project hoorde, was ik samen met mijn vrouw Maria bezig om de stamboom van mijn familie uit te pluizen. Tijdens die zoektocht kwamen we mijn overgrootvader tegen, die geboren is in 1809. Zijn levensverhaal interesseerde ons en dat ben ik op gaan schrijven. Toen lazen we over ‘Geboren in 1809’. We hadden nog weinig verstand van onderzoeken, maar we kregen volop hulp en konden cursussen volgden. We besloten mee te doen en het blijkt enorm verslavend.”
Niet meer stoppen
Frank en Maria gingen aan de slag met vijf personen, inclusief overgrootvader Willem Sneijders. Willem bleek van 1828 tot 1837 in militaire dienst geweest te zijn. In het Tilburgse stadsarchief vonden ze veel informatie over zijn legeronderdeel. “In het Nationaal Archief in Den Haag is nog veel meer te vinden”, zegt Maria. “Daar ontdekten we dat Willem een medaille heeft gekregen voor deelname aan de tiendaagse veldtocht in 1831.” “Ik vind het prachtig om door die hele oude boeken te bladeren”, zegt Frank. “En het is net zo leuk om niet-familie uit te zoeken. Zodra je iets ontdekt, wil je precies weten wat er allemaal is gebeurd. Je kunt niet meer stoppen. Het leukste is om een heel verhaal om de feiten heen te bedenken. We hebben bijvoorbeeld een testament van een Fransman gevonden, die omgerekend 300.000 euro na wilde laten aan mijn betovergrootvader. Dat geld is nooit uitgekeerd, maar het maakt wel nieuwsgierig. Waarom liet een Fransman zo’n bedrag na?”
Puzzelen
Maria kan heel goed puzzelen en data en gebeurtenissen aan elkaar linken. Frank schrijft de levensverhalen eromheen. Via internet en archieven is veel informatie te vinden. “Door in het archief te snuffelen, worden de mensen van vroeger een stuk tastbaarder”, vindt Frank. “Het is bijzonder om in zo’n oud boek de naam van je overgrootvader terug te vinden. Je leert ook steeds beter zoeken, via allerlei wegen.” Maria: “We zijn nu bijvoorbeeld op zoek naar informatie over een meneer Van Dijk. Hij woonde in Antwerpen en we hebben ontdekt dat zijn zus een paar dagen na zijn dood naar Antwerpen is gegaan en niet meer is teruggekomen. We willen graag weten hoe dat in elkaar zit.” Frank: “Het is echt een leuke hobby en ook na het project gaan we ermee verder. Het mooie is dat ik hierdoor ook anders naar Tilburg ben gaan kijken. Ik loop nu door de stad en zie voor me hoe het vroeger was.”
Over ‘Geboren in 1809’
In 2009 is het tweehonderd jaar geleden dat Tilburg stadsrechten kreeg. Het Regionaal Archief Tilburg en de Nederlandse Genealogische Vereniging (NGV) ’s-Hertogenbosch-Tilburg haken hierbij aan met het project ‘Geboren in 1809’. Het doel is om onderzoekers kennis te laten maken met de geschiedenis van Tilburg en met het doen van onderzoek in een archief. De zestig deelnemers zetten de onderzoeksresultaten op www.geborenin1809.nl. Zo geven ze een bijzonder beeld van het leven van Tilburgers in de negentiende eeuw. Het onderzoek duurt tot en met juni en de resultaten worden op 11 oktober gepresenteerd.
Foto: Twee onderzoekers van het project, Herman Hobert en Ad Pijnenburg.
Fotografie: Isabelle Heyvaert
___________________________________________________________________________________
Meer weten? Neem contact op met Astrid de Beer, coördinator project ‘Geboren in 1809’, T. 013 549 45 70 of e-mail: info@regionaalarchieftilburg.nl.
dinsdag 7 april 2009
Ivoren torens versus wiki ´1809´
Vrijdag 27 maart ben ik samen met Luud de Brouwer naar een symposium over het Biografisch Portaal Nederland geweest. Voor mij was het erg interessant omdat ik al enkele jaren meeschrijf aan het Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland dat zich -heel ambitieus- tot doel heeft gesteld alle meer en minder bekende vrouwen uit de Nederlandse geschiedenis te onttrekken aan de vergetelheid. En dat lukt heel aardig.... Los daarvan vind ik biografische woordenboeken ontzettend interessant lees- en onderzoeksmateriaal: ze geven een prachtig tijdsbeeld! Natuurlijk is het nodig om in je achterhoofd te houden wie de personen zijn die beslissen wie er wel en wie er niet belangrijk genoeg is om opgenomen te worden in het woordenboek. En dat niet alleen: zij beslissen ook hoeveel woorden iemand ´waard´ is. Deze ´ivoren-toren-houding´, waar Luud al over blogde, was soms duidelijk merkbaar gedurende het symposium. Maar, ik geef het eerlijk toe, dat is iets waar ik zelf ook wel eens last van heb.......
Een andere reden dat ik naar het symposium wilde was vanwege project `geboren in 1809´, dat ook een soort biografisch woordenboek is, en dan wel op democratische leest geschoeid! Alle 338 kinderen die in 1809 in Tilburg geboren zijn krijgen een eigen pagina in een wiki met daarin een levensbeschrijving, ook al zijn ze dood geboren of hebben ze -zoals Laurentius Smulders- slechts ´een moment´ geleefd. Arm of rijk, belangrijk of niet, jong of oud overleden....het maakt niet uit. Het enige selectiecriterium dat we hanteren is dat het kind geboren moet zijn in Tilburg tussen 1 januari en 31 december van het jaar 1809. En ook wat betreft de lengte van de levensbeschrijving is er geen limiet!
Tijdens het symposium was er inderdaad enige academische minachting merkbaar jegens wiki´s en wikipedia in het bijzonder! Het zou niet ´wetenschappelijk´ genoeg zijn, was het argument. Misschien niet, maar is de geloofwaardigheid daarom minder? Het mooie van Wikipedia is juist dat iedereen een account kan aanmaken en kan schrijven over de meest uiteenlopende onderwerpen. En ja, natuurlijk is enige voorzichtigheid geboden met betrekking tot de juistheid van de tekst, maar dat is niet specifiek voor Wikipedia. De deelnemers van ´1809´ zijn ook zeer divers: oud en jong, ervaren en onervaren onderzoekers. Naar enige ´wetenschappelijkheid´ hebben we niet gevraagd, wat telt is een band met Tilburg en veel enthousiasme. En dat hebben ze!
Biografisch Portaal Nederland
Op vrijdag 27 maart woonde ik met Astrid de Beer een symposium bij over het Biografisch Portaal Nederland. Astrid werkt al jarenlang mee aan het vullen van het Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland en zij is geïnteresseerd in biografieën. Ik niet.
Het was een leerzame dag. De biografie kent al een lange traditie in Nederland. Mijn interesse ging vooral uit naar het digitale aspect. De reeks van het Biografisch Woordenboek van Nederland (en al die andere variaties) digitaal beschikbaar stellen.
Het is opvallend hoe elke beroepsgroep dezelfde fases door moet voordat het licht aan het eind van de tunnel in zicht komt. Hier ging de discussie ook weer over Wikipedia. De ivoren-toren-houding was nog breed aanwezig, maar vertoonde toch scheuren doordat enkele deelnemers duidelijk zagen dat die strijd gestreden was, misschien nog sterker, niet gestreden hoeft te worden.
In deze sector gaat het ook over beheer...
Wie mag in een biografie worden opgenomen, en in welke biografie? Want die zijn er in soorten en maten. Het was bijzonder om te horen dat één van de beroemdste Tilburgers, Peerke Donders, in geen enkele nationale biografie tot op heden een lemma waard was. Het tekort aan vrouwen wordt opgevuld door het Digitale Vrouwenlexicon en allerlei groepen verzorgen hun eigen biografische standaardwerken, sportliefhebbers, homosexuelen (mannen en vrouwen apart, dat wel), muziekencyclopediën etc.
Wat te denken van invalshoeken als die van het Oxford Dictionary of National Biography, die van hun auteurs verlangd dat ze stelling nemen in discussies van en over de mensen waarvan ze de biografie schrijven. Dat staat b.v. tegenover de objectieve houding die verlangd wordt van de schrijvers bij het Digitale Vrouwenlexicon.
Ook leuk: ze noemen het een National Biography, maar nemen net zo vrolijk Erasmus, Willem III en andere buitenlanders op, omdat die van belang zijn geweest voor hun geschiedenis. Over verdubbeling van informatie gesproken...
De onderwerpen die bij een digitaal portaal onherroepelijk aan de orde komen zijn het toestaan van user generated content, een commentaarfunctie en discussiemogelijkheden. Daar waren de dames en heren biografen nog niet rijp voor. Ze hadden het allemaal in overweging, maar in de praktijk bleek het nogal bewerkelijk en omdat de beheerkant nog overheerst, lopen de kosten op als je daadwerkelijk wilt toezien op alle input van derden.
Een andere kwestie die een sterke parallel heeft met de archiefsector: het over blijven doen van hetzelfde werk. De uitgegeven biografische werken bestaan vooral uit steeds opnieuw herkauwen wat er in een vorige versie is geschreven. Nog een keer onderzoeken, tegen het licht houden en opnieuw dezelfde namen in boekvorm uitgeven. Het is tijd om eens een slag te maken naar nieuwe namen, nieuwe biografieën. Ook in de biografiewereld is het onderwerp vooral blank en van het mannelijke geslacht, en gaat eerder over een onbekende wetenschapper dan een bekende volksheld.
Bij het digitaal beschikbaar stellen van de biografieën is er een reëele kans dat de roep om nieuwe biografieën van nieuwe helden toeneemt.
Toch was er een grote groep voorstander van om het in digitale vorm nog eens dunnetjes over te doen...
Het was een hele interessante dag, leerzaam op het gebied van biografieën en geruststellend in de constatering dat blijkbaar alle geledingen van de samenleving dezelfde weg af moeten leggen om te komen tot het daadwerkelijk open staan voor input van anderen en de bereidheid om kennis te delen en deelbaar te maken.
Het is een schrale troost, maar het is er een :-).
Het was een leerzame dag. De biografie kent al een lange traditie in Nederland. Mijn interesse ging vooral uit naar het digitale aspect. De reeks van het Biografisch Woordenboek van Nederland (en al die andere variaties) digitaal beschikbaar stellen.
Het is opvallend hoe elke beroepsgroep dezelfde fases door moet voordat het licht aan het eind van de tunnel in zicht komt. Hier ging de discussie ook weer over Wikipedia. De ivoren-toren-houding was nog breed aanwezig, maar vertoonde toch scheuren doordat enkele deelnemers duidelijk zagen dat die strijd gestreden was, misschien nog sterker, niet gestreden hoeft te worden.
In deze sector gaat het ook over beheer...
Wie mag in een biografie worden opgenomen, en in welke biografie? Want die zijn er in soorten en maten. Het was bijzonder om te horen dat één van de beroemdste Tilburgers, Peerke Donders, in geen enkele nationale biografie tot op heden een lemma waard was. Het tekort aan vrouwen wordt opgevuld door het Digitale Vrouwenlexicon en allerlei groepen verzorgen hun eigen biografische standaardwerken, sportliefhebbers, homosexuelen (mannen en vrouwen apart, dat wel), muziekencyclopediën etc.
Wat te denken van invalshoeken als die van het Oxford Dictionary of National Biography, die van hun auteurs verlangd dat ze stelling nemen in discussies van en over de mensen waarvan ze de biografie schrijven. Dat staat b.v. tegenover de objectieve houding die verlangd wordt van de schrijvers bij het Digitale Vrouwenlexicon.
Ook leuk: ze noemen het een National Biography, maar nemen net zo vrolijk Erasmus, Willem III en andere buitenlanders op, omdat die van belang zijn geweest voor hun geschiedenis. Over verdubbeling van informatie gesproken...
De onderwerpen die bij een digitaal portaal onherroepelijk aan de orde komen zijn het toestaan van user generated content, een commentaarfunctie en discussiemogelijkheden. Daar waren de dames en heren biografen nog niet rijp voor. Ze hadden het allemaal in overweging, maar in de praktijk bleek het nogal bewerkelijk en omdat de beheerkant nog overheerst, lopen de kosten op als je daadwerkelijk wilt toezien op alle input van derden.
Een andere kwestie die een sterke parallel heeft met de archiefsector: het over blijven doen van hetzelfde werk. De uitgegeven biografische werken bestaan vooral uit steeds opnieuw herkauwen wat er in een vorige versie is geschreven. Nog een keer onderzoeken, tegen het licht houden en opnieuw dezelfde namen in boekvorm uitgeven. Het is tijd om eens een slag te maken naar nieuwe namen, nieuwe biografieën. Ook in de biografiewereld is het onderwerp vooral blank en van het mannelijke geslacht, en gaat eerder over een onbekende wetenschapper dan een bekende volksheld.
Bij het digitaal beschikbaar stellen van de biografieën is er een reëele kans dat de roep om nieuwe biografieën van nieuwe helden toeneemt.
Toch was er een grote groep voorstander van om het in digitale vorm nog eens dunnetjes over te doen...
Het was een hele interessante dag, leerzaam op het gebied van biografieën en geruststellend in de constatering dat blijkbaar alle geledingen van de samenleving dezelfde weg af moeten leggen om te komen tot het daadwerkelijk open staan voor input van anderen en de bereidheid om kennis te delen en deelbaar te maken.
Het is een schrale troost, maar het is er een :-).
zaterdag 4 april 2009
Film over Peerke Donders
Vandaag kwam de onderstaande trailer onder mijn aandacht. Als Tilburger en werkzaam bij het Archief daar, heb ik een zwak voor Peerke. De arme Tilburger die met moeite de priesteropleiding kon volgen omdat zijn familie te arm was. Daar zaten ze bij de priesteropleiding niet op te wachten.
Er is over hem al genoeg geschreven, dat ga ik niet over doen. Bovendien maakt hij ook deel uit van de (op dit moment bekende) 338 mensen die in 1809 zijn geboren en onderzocht worden in het project Geboren in 1809.
In het najaar, op zijn geboortedag 27 oktober, opent vlakbij zijn geboortehuis het Peerke Donderspaviljoen dat gewijd zal zijn aan naastenliefde. Dit paviljoen wordt één vande dislocaties van het Stadsmuseum Tilburg.
Nu komt er blijkbaar een film over zijn leven. Met een heuse begeleidende website én een trailer!
[Afbeelding is afkomstig van de website www.geborenin1809.nl]
Er is over hem al genoeg geschreven, dat ga ik niet over doen. Bovendien maakt hij ook deel uit van de (op dit moment bekende) 338 mensen die in 1809 zijn geboren en onderzocht worden in het project Geboren in 1809.
In het najaar, op zijn geboortedag 27 oktober, opent vlakbij zijn geboortehuis het Peerke Donderspaviljoen dat gewijd zal zijn aan naastenliefde. Dit paviljoen wordt één vande dislocaties van het Stadsmuseum Tilburg.
Nu komt er blijkbaar een film over zijn leven. Met een heuse begeleidende website én een trailer!
[Afbeelding is afkomstig van de website www.geborenin1809.nl]
Dit weblog is ook mobiel goed leesbaar
Via de website mofuse.com is dit weblog leesbaar gemaakt voor de mobiele telefoon. Het is een werk van niets en je publiek is er blij mee. De rss-feeds van dit weblog zorgen ervoor dat de berichten in handzaam en leesbaar formaat op de mobiele telefoon terecht komen.
Vandaar dat dit logo, dat meteen ook de link is, voortaan in de rechterkolom op dit weblog staat.
.
De mobiele url: http://regionaalarchieftilburg.mofuse.com
Vandaar dat dit logo, dat meteen ook de link is, voortaan in de rechterkolom op dit weblog staat.
.
De mobiele url: http://regionaalarchieftilburg.mofuse.com
donderdag 2 april 2009
Steeds dichter bij ons opa
Als vrijwilliger neem ik deel aan het project Geboren in 1809. Het leek me een leuke manier om mijn eigen genealogische kennis weer wat bij te spijkeren en(nieuwe) vrijwilligers en enthousiaste onderzoekers te leren kennen. Het is natuurlijk ook een gezellige en handige manier om 'van binnen uit' te ontdekken hoe het is om aan zo'n project mee te werken. Tenslotte heb ik de stille hoop nog eens toe te komen aan het uitzoeken van mijn eigen familiegeschiedenis (mijn opa was de 3de of 4de generatie molenaar in Dongen): misschien dat ik nu toch nog bevangen raak door het in archiefkringen zo besmettelijke virus.
Ik weet niet of het expres is gebeurd, maar ik heb er een paar heel lastige borelingen tussen zitten. Vorige week een hele ochtend gezocht naar een kleine aanwijzing om iets meer dan alleen een geboortedatum te vinden (ja het is gelukt: een overlijdensdatum in Woensel!) Respect voor al die genealogen: dat zij uit die warwinkel van websites toch de juiste gegevens weten te destilleren. De ervaring van Eric Hennekam die ik vandaag las, was me dan ook uit het hart gegrepen: de schijnzekerheid van (digitale) gegevensbronnen.
woensdag 1 april 2009
Nieuw weblog
Dit weblog is een voortzetting van beneminlux.blogspot.com. Alle artikelen van dat weblog zijn hier opnieuw opgenomen.
Vanaf vandaag gaan hier enkele medewerkers van het Regionaal Archief Tilburg blogposts schrijven over onze eigen archiefdienst, maar net zo goed over andere dingen die ergens een raakvlak hebben met archieven, geschiedenis en/of Tilburg en regio.
In marketingtermen heet dat een corporate blog...
De nieuwsberichten van het Regionaal Archief Tilburg komen hier ook te staan en we willen graag dat de rss-feed van dit weblog de nieuwsfeed van de bestaande website gaat voeden. Kortom: we experimenteren er lustig op los.
Vanaf vandaag gaan hier enkele medewerkers van het Regionaal Archief Tilburg blogposts schrijven over onze eigen archiefdienst, maar net zo goed over andere dingen die ergens een raakvlak hebben met archieven, geschiedenis en/of Tilburg en regio.
In marketingtermen heet dat een corporate blog...
De nieuwsberichten van het Regionaal Archief Tilburg komen hier ook te staan en we willen graag dat de rss-feed van dit weblog de nieuwsfeed van de bestaande website gaat voeden. Kortom: we experimenteren er lustig op los.