donderdag 27 maart 2008

Erfgoedgenetica


Een boek van december 2007, gebaseerd op onderzoek uit 2003...

Hoe moet ik dat op waarde schatten? Zeker als het onderwerp over het internetgebruik gaat. Dat is namelijk nogal explosief toegenomen in die 4 jaar tussen onderzoek en publicatie, zowel de hoeveelheid data als het aantal mensen dat internet gebruikt en de intensiteit van hun gebruik.


Opmerkelijke regel in dit boek:

De nieuwsgierigheid wordt door de deelnemers gezien als wat in hen zit en is ontplooid, niet als iets wat is aangeleerd.

Dat leest als een maakbaar!
Sommigen van ons zijn behept met een stukje DNA dat ons nieuwsgierig maakt naar het verleden, cultuur, erfgoed in brede zin! Ik zie hier kansen voor onze bedrijfstak.
Als we er namelijk in slagen om dat stukje DNA te identificeren, vervolgens te isoleren en het bij geboorte in ieder mens toevoegen, dan gaat de culturele sector een zekere en glorieuze toekomst tegemoet. Er is vast een subsidiepot te vinden die dergelijk fundamenteel onderzoek steunt.

Ik vermoed dat het localiseren geen grote problemen oplevert, want het erfgoedgen moet heel herkenbaar zijn.
Toekomstmuziek.

Terug naar het heden. Hetzelfde onderzoek zegt wel wat meer over hoe de toekomst eruit gaat zien. De oudere erfgoedliefhebber vertrouwt nog steeds voor een belangrijk deel op de gedrukte naslagwerken en opmerkelijk: Zo wordt voor officiële doeleinden vaak gedrukte literatuur gebruikt. Alsof je daarmee altijd up to date bent!
De oudere nieuwsgierigaards gaan ook vaker een archief of bibliotheek bezoeken.

De jongere onderzoekers en de hoger opgeleide onderzoekers laten het steeds vaker bij de die ze op internet vinden. Misschien omdat ze beter ontwikkelde vaardigheden hebben om te zoeken op het internet. Voor archieven ligt hier weer een kans. Veel van onze informatie leent zich bij uitstek om online aangeboden te worden.

Wat zorgen blijft baren (en hier komt de oudere internetgebruiker in mij om de hoek kijken) is de waarde van de aangeboden informatie. Hoe leren we internetgebruikers om kritisch te blijven en niet klakkeloos alles over te nemen wat online staat?!
(Hetzelfde geldt trouwens voor gedrukte media. Een oud, gevleugeld gezegde luidt dan ook: De krant brengt de leugen in het land.)

Misschien ligt hier wel één van de grootste uitdagingen voor onderwijs en de informatieprofessionals.

Om met Scroobius Pip te praten: Thou shalt think for yourselves!

Frank Huysmans en Jos de Haan:
Het bereik van het verleden – ontwikkelingen in de belangstelling voor cultureel erfgoed (SCP, december 2007)

zondag 16 maart 2008

Digitaal netwerken - het nieuwe persoonlijke archief


In de NRC van vorige week zaterdag stond een artikel met als titel "Computers in de les 2.0". De eerste regels: Het onderwijs moet aansluiten bij de wereld van hyves en msn. Of juist niet?
Interessant onderwerp dat in dit artikel in het voordeel van de nieuwe digitale realiteit uitpakt.

Voor archieven is dit onderwerp minstens zo interessant en belangrijk. Ik hoorde deze week op de radio dat het zgn. "Old boys network" is ontstaan in de jaren '60. Toen was het met name voorbehouden aan de studenten op de universiteiten of hogescholen. In archieven kun je dergelijke netwerken terugvinden in de gevoerde correspondentie, de felicitatiekaarten bij geboorten, jubilea e.d.

In deze tijd ligt dat echter helemaal anders. De aankomende "Old Boys" netwerken, behalve in de kroeg, voornamelijk digitaal. Dat begint met de vriendenlijst in MSN, en/of de contacten via Hyves, via professionele netwerken als LinkedIn tot fora, blogs, communities en andere digitale platforms, b.v. de foto's op Flickr of andere digitale online fotoalbums.
Daar leggen ze contacten en onderhouden ze. Daar plaatsen ze hun hersenspinsels, gedachten, ideeën en foto's. Het nieuwe persoonlijke archief. Vaak niet op één plaats, maar op meerdere plaatsen.
Mijn zoon bv., heeft met zijn vriendenclub van de middelbare school een eigen forum waar ze hun activiteiten plannen en elkaar op de hoogte houden van wat er in hun leven gebeurd. Bellen is zo old school :-). Zijn gamesnetwork is weer van een andere orde.

Leuke uitdaging voor archiefdiensten en informatieprofessionals om daar zicht op te krijgen en te houden en toegankelijk te krijgen én te houden!
Ik neem aan dat het Nationaal Archief zich al intensief bezig houdt met het vastleggen van de hyvespagina's van alle politici. En dat zijn er inmiddels behoorlijk wat! En wat te denken van het bijhouden van hun blogs op diverse websites. Neem b.v. Jan Marijnissen. Politiek, maar ook digitaal een actief baasje!

De mobiele revolutie die aanstaande is biedt weer hele nieuwe "uitdagingen".
Het digitale persoonlijke archief moet een aandachtsveld worden voor archiefdiensten.