Vandaag las ik in het NRC van gisteren het Hollands dagboek van Mario Coolen. Normaal een pagina die ik snel voorbij blader. Maar de foto met stapels bijeengebonden papier en het onderschrift dat begint met "Bezoek aan het Archivo" trekken mijn aandacht.
De foto geeft blijkbaar een klein deel van het politiearchief van Guatemala weer, waarin nabestaanden op zoek gaan naar stukken van hun verleden. Het gaat daarbij bijna uitsluitend om het terugvinden van archiefmateriaal dat gaat over verdwenen familieleden. Een terugkerend onderdeel van de Midden- en Zuid-Amerikaanse cultuur, helaas...
Het archief is meestal de laatste hoop van nabestaanden om bewijs te vinden dat hun familieleden niet zijn verdwenen, maar opgepakt en vermoord door de politie. De onderzoekers lopen "...door een eindeloos doolhof van vertrekken waar stapels papier tot aan het plafond liggen opgeslagen."
Er wordt wel serieus werk van gemaakt. Ongeveer 200 medewerkers proberen orde te brengen in de circa 80 miljoen vellen papier die liggen opgeslagen. Ze hebben te maken met lekkende daken en ongedierte dat het archiefmateriaal voortdurend bedreigt.
De moderne tijd is niet aan Guatemala voorbijgegaan en de medewerkers werken met kapjes op, scannen de documenten en beschrijven ze in een computer die gekoppeld is aan een systeem in Zwitserland. Voor de zekerheid.
Tot nu toe zijn er zeven miljoen archiefstukken geordend en gedigitaliseerd.
Digitalisering in Guatemala met een zware politieke lading. De rechtzoekende burger.
Wat hebben we het toch goed hier.
2 opmerkingen:
Dat NRC artikel heb ik op de één op andere manier gemist. Gelukkig slingert ie nog ergens op tafel... We hebben het hier inderdaad ontzettend goed en het is belangrijk je dat af en toe te beseffen.
Oh ja! We zijn geneigd om dat te vergeten maar dit soort artikelen herinneren ons er weer aan. En dat is maar goed ook.
Een reactie posten