
Ik lees vandaag in de IP FLASH dat een collectie kleitabletten digitaal beschikbaar is gekomen in de beeldbank van de Vrije Universiteit van Amsterdam.
Hoewel ik er niets van kan lezen, vind ik het fascinerend te zien hoe ons schrift (of dat er nou mee verwant is of niet!) is ontstaan door pioniers die begonnen met het vastleggen van informatie op kleitabletten op een hele elementaire manier. Is dit nou spijkerschrift?
Met het bewaren van een dergelijke administratie is ook het vak van archivaris begonnen.
Ik vind het heel bijzonder dat er mensen zijn geweest die net zolang gepuzzeld hebben totdat dit soort schriften weer leesbaar waren. De informatie weer zinvol werd en betekenis kreeg.
Nu ik zelf een cursus paleografie geef zie ik dat bij de cursisten terug. Een blad gekriebel krijgt opnieuw betekenis als je snapt hoe de woorden zijn opgebouwd en zinnen kunt reconstrueren.
In het kader van de discussie over het e-depot en digitale duurzaamheid biedt dit troost. Er komen vast weer generaties in de toekomst die onze informatie opnieuw leesbaar maken, ook al slagen wij er niet in om dat in alle gevallen voor elkaar te krijgen.
Er is altijd hoop ;-).