Met veel humor bracht Theo van Herwijnen, als meesterverteller, de verhalen over de invoering van de Burgerlijke Stand in 1811. Regelmatig brak een lach uit door de groep luisteraars. Zaterdag 8 januari van 11.00 tot 12.30 uur kwam Theo met het ene opmerkelijke, interessante en geestige voorbeeld na het andere. Zoals bijvoorbeeld het feit dat de in 1855 in Hilvarenbeek geboren Wilhelmus Jan Hubert van Beusekom zich sinds begin 20e eeuw Wilhelmus Jan Hubert van Beusekom ging noemen (en toen was Hubert van Beusekom de achternaam). En over merkwaardige achternamen gesproken: een leuke is de achternaam Jacobus meergenaamd van der Zande, ontstaan te ´s-Hertogenbosch.
Nog iets opmerkelijks: hoe werden doodgeboren kinderen geregistreerd? Ambtenaren rond 1811 die ineens met de Burgerlijke Stand moesten werken (en daar in het begin helemaal geen ervaring mee hadden) moesten toch ergens registreren dat een vader een doodgeboren kind kwam aangeven. Hoe deden ze dat? Daar waren (nog) geen regeltjes voor. Theo kwam erachter dat in sommige gemeenten die kindjes in het geboorteregister werden opgenomen, in andere gemeenten in het overlijdensregister. Maar kon dat? Overlijden als je niet in het geboorteregister bent vermeld? Sommige gemeenten begonnen daarom maar een register 'overigen' aan te leggen, waarin bijvoorbeeld ook vondelingen werden opgenomen.
Smaakt deze presentatie naar meer? Laat het ons weten, wie weet kunnen we dergelijke presentaties in 2011 nog eens herhalen.
2 opmerkingen:
Dat de luisteraars het leuk vonden merkte ik in het Onderzoekerscentrum. Daar konden de reguliere bezoekers de reacties goed horen in de vorm van het regelmatig schaterlachen. Wat een enthousiasme van Theo van Herwijnen en de bezoekers werden er mee besmet. Heerlijk!
Ook op Twitter kwam de presentatie nog een paar keer voorbij en werd opgepikt door mensen die niet aanwezig waren. Heel mooi om dat te zien.
Een reactie posten