In hoeverre kun je het schrijven van
je eigen familiegeschiedenis ‘digitaal leren’? Regionaal Archief Tilburg (RAT) en
het Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC) proberen het uit met veertien
cursisten die vandaag voor het eerst bijeen kwamen in het Bossche archief voor
een kennismaking en instructie. Pas in juni ontmoeten zij elkaar voor een
tweede maar tevens ook de laatste keer.
Want de cursus die geleid wordt door docenten
Astrid de Beer en Hanneke van Eerden verloopt namelijk vrijwel geheel via een
digitale leeromgeving.
Betekent dan dat het materiaal
volledig online staat en dat de cursist dat op zijn eigen akkertje doorploegt? Nee,
want in tegenstelling wat vaak wordt gedacht is digitaal lesmateriaal anders
van opzet. Het is niet langer een map met lappen tekst en hier en daar een
plaatje, maar veelal verwijzingen naar websites waar immers al veel materiaal
beschikbaar is. Ook deze webpagina’s behoren geen lange woordenreeksen te
bevatten: lezen vanaf een beeldscherm is immers niet prettig en doet onvoldoende
recht aan de mogelijkheden van internet. Het is de kunst om de cursist zodanig
divers materiaal voor te schotelen dat hij die zowel digitaal als ook analoog
kan raadplegen.
De rol van de docent is bij het
digitale leren dan ook anders dan bij de traditionele lesoverdracht. In dat laatste
staat een leerkracht voor de klas en spreidt zijn kennis uit over de hoofden
van de toehoorders. De laatste jaren weliswaar verlevendigd met een powerpoint
maar vooralsnog blijft de lerende achterover zitten en kijkt en luistert naar
hetgeen de docent te vertellen heeft. In een digitale leeromgeving bepaalt de
docent de structuur, de onderwerpen en stelt tools beschikbaar om bijvoorbeeld
communicatie te bevorderen. Ook zijn er mogelijkheden om opdrachten uit te
zetten voor de cursisten.
Want van hen wordt een meer actieve
rol verwacht dan alleen maar luisteren en het maken van aantekeningen. In het
digitale leren kan de cursist zijn eigen tempo bepalen en het tijdstip waarop
hij met het materiaal aan de slag gaat. Zo is de lesstof in principe 24 uur per
dag beschikbaar en kan de lesstof ten allen tijden worden geraadpleegd. Ook het
contact onderling tussen de studenten verloopt via een discussieruimte ofwel
een forum. Iedere deelnemer kan er bijdragen posten, vragen stellen en in
contact komen met de docenten.
De cursus Familiegeschiedenis bevat
componenten als stamboomonderzoek, kadaster en bouwarchieven en wordt
uitgebreid met onderwerpen die de cursisten zelf aandragen. Astrid de Beer en
Hanneke van Eerden gaan hun uiterste best doen om de studenten te inspireren en
te begeleiden in het doen van onderzoek en het schrijven van een verhaal. Voor
de cursisten is het een uitdaging om in hun eigen familiegeschiedenis te duiken
én om er een boeiend verhaal van te maken.
In juni zien we deze pennenvruchten verschijnen
op websites en blogs zoals het een digitale cursus betaamt. Of er via de
computer evenveel is geleerd als in een traditionele cursusruimte horen we van
de cursisten zelf tijdens de laatste bijeenkomst in juni . In plaats van
digitaal commentaar horen we dat liever ‘in real life’ in Regionaal Archief
Tilburg.
4 opmerkingen:
Ik was erbij, en heb er een goed gevoel over. Onderzoek doen wanneer het mij uitkomt, en toch een stok achter de deur door de opdrachten en de terugkomdag.
Ik ben al flink aan het zoeken, en kan me de opmerkingen van medecursisten (dat her verslavend werkt) al goed voorstellen.
Hartelijke groet,
Anne-Marie Holthausen
Nou dat is heel mooi Anne/Marie. Veel succes en we lezen graag je verhaal!
ook ik was erbij en het was een heerlijke ochtend...........
Goed verhaal! Er wordt wat van ons verwacht en dat is een prima uitdaging; ik ga die uitdaging aan en ga in juni met een eerste aanzet, tot uiteindelijk hopelijk een boek, komen !!
Eerste indrukken cursus zijn goed.
Een reactie posten