De uiterste wil van Johanna Lourijssen luidde o.a.:
1. Eene uitvaart eersten klassen des voormiddags om halftien ure in de kerk van de parochie waartoe ik bij mijn overlijden zal behooren.
2. Dat binnen den tijd van drie maanden na mijn overlijden honderd Heiige Missen zullen gelezen worden tot rust mijner ziel tegen een stipendium van een gulden vijftig cent per Heilige Mis.
3. Dat door mijnen na te noemen executeur zoo spoedig mogelijk na mijn overlijden aan het bestuur van de parochiekerk van den Heiligen Laurentius te Dongen worden ter hand gesteld eene som van vijfhonderd gulden, onder verplichting gedurende vijfentwintig jaar na overlijden jaarlijks op 2 Februari Onze Lieve Vrouwe Lichtmis mijne nagedachtenis op het zielboek te ververschen met een Heilige Mis en een half pond Licht en nog gedurende die vijfentwintig jaar jaarlijks in die Kerk negen Heilige Missen te doen lezen tot rust mijner ziel.
Voorts legateert ze aan haar zuster Anna Maria Lourijsen te Tilburg het vruchtgebruik van de som van twintigduizend gulden. Aan Johannes en Willem Lourijssen, zonen van haar broer Petrus Lourijssen, weduwnaar van Adriana Oomens, laat ze het blote eigendom van de twintigduizend gulden na.
In de periode na 1915 zullen we niet veel (gesloten) testamenten aantreffen. Door andere wetgeving berusten deze testamenten nog bij de notarisbewaarder. Het zal nog een tijd in beslag nemen voordat al deze akten online komen, maar u kent het spreekwoord: Wat in het vat zit, verzuurt niet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten