Kaart van de Heerlijkheid Tilburg en Goirle uit 1760
Tekst: Ronald Peeters (2000)
De ´Kaarte der Heerlykheden van Tilborg en Goirle´ werd in 1760 vervaardigd door Diederik Zijnen (1730-1768) naar de opmetingen van de landmeter Daniel Verhoeven, verricht in 1732. Van de kaart zijn slechts zes voorstudies bekend, namelijk de hierbij getoonde kaartjes van de woonkernen Corvel, Hasselt, Stokhasselt, Hoeven, Oostheikant uit 1759 en 1760 van de hand van Zijnen zelf en een van de Velthoven uit 1758 door C. Reij.1
Duidelijk zijn op de grote kaart tussen de diverse vaak driehoekige woonkernen de akker- en weilanden te zien (lichte arceringen), en aan de randen van de stad de uitgestrekte heidevelden met vennetjes.
Lotgevallen
De opdrachtgever voor het tekenen van de kaart was Gijsbertus Steenbergensis, graaf van Hogendorp en vrijheer van Hofwegen, Tilburg en Goirle. De particuliere domeinen van Van Hogendorp waren op deze handgetekende kaart oorspronkelijk met oppervlaktematen in (R)oeden en (L)opensaeten aangegeven en groen ingekleurd. Deze kleuren zijn in de loop der jaren verdwenen.
De kaart heeft tot de verkoop in 1858 in het kasteel van Tilburg aan de Hasselt gehangen, waarna deze door koop in het bezit kwam van notaris Josephus Antonie Daamen. Hij heeft de kaart kort daarna geschonken aan de gemeente Tilburg.
Vreemd genoeg werd dit unieke document in 1935 nogmaals aan de gemeente geschonken en door de gemeenteraad officieel als schenking aanvaard.
Conservering en restauratie
In 1962 kwam de toenmalige gemeentearchivaris drs. H.J.A.M.Schurink tot de conclusie dat de materiële toestand van deze opgerold bewaarde kaart uitermate slecht was. Het formaat (315 x 415 cm; schaal 1: 4500) was dermate groot dat raadpleging zeer moeilijk was. Restauratie bleek in die tijd nagenoeg onmogelijk.
Het besluit werd genomen om de kaart op ware grootte over te tekenen. dit huzarenwerk werd verricht door archiefmedewerker Leo Langeweg. Er zijn daarna verkleinde en hanteerbare kopieën van gemaakt. In 1973 is het grootste deel van de kaart in atlas uitgegeven. Daarbij vond een reconstructie plaats van de bewoning uit de periode 1732-1832.
In 1973 werd de toestand van de kaart opnieuw bestudeerd. Een gedeelte ervan werd schoongemaakt, maar van een volledige restauratie is afgezien. Pas in 1978 viel het besluit voor een algemene restauratie.
Eerst werd bekeken hoe de kaart in elkaar zat en hoe de conditie was. Ze bestond uit 30 aan elkaar geplakte stukken papier op een linnen achtergrond en ze was vermoedelijk ingekleurd geweest. Deze stukken werden weer losgemaakt. Vele fragmenten waren in de loop der jaren door slijtage verdwenen. Na het schoonmaken van de donkerbruin geworden kaart bleken er weer kleuren enigszins terug te komen, o.a. blauw. Omdat er geen ruimte was om de kaart weer in elkaar te zetten en op te hangen, zijn de 30 elementen los bewaard en vastgezet op een stevige oud-Hollandse papiersoort.
In 1993-1994 volgde een tweede restauratie door het Tilburgse Restauratie-atelier 'De Tiendschuur'.
De kaartfragmenten zijn opnieuw op linnen (archival cloth) gemonteerd, gedeeltelijk nog met de steunlaag van de vorige restauratie. De afmetingen met rand zijn nu 345 cm hoog x 440cm breed. In 1994 werd de kaart teruggebracht naar Regionaal Archief Tilburg (destijds: Regionaal Historisch Centrum Tilburg), waarna deze weer op een grote zuurvrije koker werd opgerold en opgeborgen in het depot.
De kaart van Diederik Zijnen behoort tot de grootste historische manuscriptkaarten die bekend zijn.
Betekenis en verdere achtergrond
Over de plaats die de kaart van Diederik Zijnen in de geschiedenis van de kartografie van Noord Brabant inneemt schreef prof. dr. C. Koeman het volgende:
´De meting dateert uit 1732. Dit is dus bijna twintig jaar vóór de kaarttekeningen van de Hattinga´s in dit gewest. (De atlas van Staats-Brabant van de Hattinga´s werd in 1751 voltooid). De bewerking door Diederik Zijnen in 1760 zal wel niet veel van de oorspronkelijke situatie veranderd hebben. Pas in 1790 karteerde Hendrik Verhees de heerlijkheid Onroerend goed aan het bezit waarvan enige rechten waren verbonden. Tilburg en Goirle weer opnieuw.´
Over de maker zegt hij op gezag van L. Langeweg: ´Diederik Zijnen werd geboren te Rotterdam op 26 april 1730 als zoon van de schoolmeester Johannes Isaak Zijnen en Anna Maria Stolk. Diende als militair-ingenieur in Brabant, waar hij in 1757 o.a. de verdedigingswerken van Bergen op Zoom karteerde. Diende later in Cochin, waar hij, in de rang van kapitein-luitenant-ingenieur als hoofd der artillerie fungeerde. Uit die tijd dateren zijn tekeningen van de vestigingswerken der stad Cochin.5 Hij overleed aldaar in 1768.´
Geen opmerkingen:
Een reactie posten