



Uit dit verbaal blijkt, dat de griffier alle akten van de burgerlijke stand uit zijn arrondissement één voor één heeft gelezen en bij de huwelijksakten bovendien heeft gecontroleerd of de gegevens in de huwelijksakten overeenstemden met die in de bijbehorende bijlagen. Dit moet jaarlijks een waar monnikenwerk zijn geweest!
Op de derde pagina van het proces-verbaal kunt u lezen onder UDENHOUT dat in het register van overlijden van 1859 de akte van Elisabeth Verhoeven ontbreekt, van welk overlijden wél aangifte is gedaan. Hoe de griffier wist, dat er wel aangifte is gedaan, is mij vooralsnog een raadsel. Wellicht beschikte hij over registers van voorlopige aangiften van overlijden, die niet bewaard zijn gebleven. Die registers met voorlopige aangiften, zijn, voor zover mij bekend, alleen binnen het werkgebied van RAT althans, van Raamsdonk bewaard gebleven (zie ook Gens Nostra, maandblad der Nederlandse Genealogische Vereniging, jaargang 65, nummer 11, december 2010, pagina´s 490-491).
Het gedrukte proces-verbaal is gedateerd 24 maart 1860. Waarschijnlijk heeft de griffier de ambtenaar van de burgerlijke stand van Udenhout al eerder laten weten dat er een akte ontbreekt in het overlijdensregister van 1859. Deze heeft onmiddellijk actie ondernomen en de akte alsnog op 16 maart 1860 ingeschreven. Boven de akte staat: Akte van een overlijden, hetwelk in het jaar achttien honderd negen en vijftig heeft plaats gehad, en waarvan de inschrijving alstoen verzuimd is:

Elisabeth Verhoeven is op 1 mei 1859 te Udenhout overleden.