De eerste akte betreft Maria Anna Gersons. Zij werd op 1 mei 1869 ongehuwd moeder te Tilburg van een zoon Alexander, die in de geboorteakte overigens Gerson heet! Maria Anna erkent haar zoon op 6 oktober 1896 (Notaris A.A.M. van Eijl, akte 43, scan 80, 6 oktober 1896):
Waarom die erkenning juist op die dag plaats heeft gehad is onduidelijk. Meestal is de aanleiding het huwelijk van het kind, maar dat is hier niet zo. Pas op 10 april 1899 trouwde Alexander Gerson te Bemmel met Betje de Jonge.
De tweede akte betreft een voogdbenoeming, en dat mag bijzonder heten, omdat voogdbenoemingen meestal bij de kantonrechter plaatsvinden. Op 19 december 1896 benoemde Johannes Meulesteen tot voogd over zijn kinderen, verwekt bij wijle Willemijn van Aarle (overleden Tilburg 22 maart 1896) Norbertus Dionijsius Antonius Wagemakers (Notaris A.A.M. van Eijl, akte 93, scan 180, 19 december 1896):
Meestal zijn voogden oudere broers, ooms of neven of een enkele keer grootvaders van de onmondige kinderen. Dat lijkt hier niet het geval, er is geen familierelatie te ontdekken tussen de voogd en de kinderen.
De derde akte betreft de weduwe Johanna Maria Nieuwland, geboren Tubbergen ca. 1840. Zij trouwde op 20 januari 1881, oud 40 jaar, te Arnhem met Gerrit de Groot. Zij heeft gedurende enkele maanden in Tilburg gewoond bij de congregatie der Zusters van O.L.V. Visitatie (bevolkingsregister Tilburg 1890-1900, inv. nr. 1468, scan 6, volgnummer 41):
Zij vestigde zich te Tilburg op 14 augustus 1896 komend van Oirschot en vertrok reeds op 9 december 1896 naar Rotterdam. Merkwaardig genoeg wordt niet vermeld dat zij weduwe is.
Zij woonde nog geen 14 dagen in Tilburg als zij een testament maakt (Notaris A.A.M. van Eijl, akte 6, scan 11, 27 augustus 1896):
Bijzonder is dat haar legatarissen en erfgenamen niet in Tilburg wonen, maar door het hele land verspreid: Zij legateert aan haar stiefzoon Gerardus de Groot, wonende te Voorburg, en aan haar stiefkleinzoon Gerrit de Groot, wonende te Amsterdam. Erfgenamen zijn haar drie broers Jan, Gerard en Johannes, respectievelijk wonende te Arnhem, Borne en Hengelo(O). Tot uitvoerder van haar uiterste wilsbeschikking benoemt zij Bertus Schippers, wonende Den Haag.
De vierde en vijfde akten betreffen ook testamenten. Het betreft testamenten van Elisabeth Rooth, ongehuwd overleden te Oisterwijk op 2 oktober 1911. Hoeveel testamenten zijn heeft gemaakt, is niet bekend, maar dat moeten er minstens twee zijn. Haar oudste bekende testament dateert van 17 september 1896 (notaris A.A.M. van Eijl, akte 27, scan 47, 17 september 1896):
Zij benoemt dan tot haar erfgenamen (elk voor 1/4) haar volle broer Hendrikus Rooth en haar broer en zusters van halve bedde (lees halfbroer en halfzusters) Arnoldus, Maria en Adriana van Roessel.
Het was niet haar laatste testament, want in de marge staat dat zij het testament heeft herroepen op 7 augustus 1898 en ook van dat testament is een scan beschikbaar (Notaris A.A.M. van Eijl, akte 198, scan 412, 7 augustus 1898):
De erfgenamen zijn dezelfde als bij het eerste testament, verschil met het eerste testament is dat zij nu een legaat schenkt aan haar volle broer.
Of dat haar laatste testament was, is niet bekend. Dat zal moeten blijken uit de memorie van successie, die kort naar haar overlijden is opgemaakt en welke memorie op microfiche ter inzage is bij het Brabants Historisch Informatie Centrum te 's-Hertogenbosch.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten